Gebitsproblemen

 

Een pup wordt zonder tanden geboren, maar als hij tussen twee en drie weken oud is, krijgt hij zijn  melktanden (zie foto hieronder, een pup van 7 weken), die vlijmscherp zijn. Het wisselen van het gebit begint pas  als de hond drie tot vijf maanden oud is. Rond de leeftijd van een half jaar moet het blijvende gebit klaar zijn. Het wisselen begint met de snijtanden in de boven- en onderkaak. Het is altijd verrassend, dat een jong hondje zo snel en meestal onopvallend het melkgebit verliest en het blijvende krijgt. Sommigen hebben het geluk een paar melktandjes en kiesjes van hun pup te vinden, maar helaas..... bij mij schijnen ze allemaal ongemerkt de stofzuiger in te verdwijnen.... :-(

Soms wil een blijvende tand of kies doorkomen, terwijl de melktand er nog in zit. Als de melktand al behoorlijk los zit kun je voorzichtig proberen hem met je vingers eruit te trekken. (dus niet met een touwtje vastbinden aan een deur en deze vervolgens dichtslaan, dat doen we alleen bij kinderen!!  -geintje!). Zit de melktand echter nog zo vast als een muur dan zijn de meningen verdeeld. De één zegt dat je de melktand er dan direct uit moet laten trekken door een dierenarts en anderen zeggen dat je je pup dan harde brokken en een goeie kauwkluif moet geven (samen sjorren aan een lap wil ook helpen). 

Ik ben het dus met dit laatste eens, want om zo'n jong hondje "eventjes" te laten helpen is niet niks. In geval van dubbele snijtanden zou ik zeker wachten (mits de boel niet schots en scheef komt te staan) tot de pup bijna een jaar is voordat we gaan trekken en in geval van dubbele hoektanden (zie foto hier links) is het het beste om eerst te kijken of de blijvende hoektanden in de boven- en onderkaak wel op de juiste plek zitten ten opzichte van elkaar: gaat het er op lijken dat ze correct langs elkaar zullen scharen als ze helemaal zijn doorgekomen? Is dat het geval, dan wacht ik liever tot de pup een maand of 8 of 9 oud is voordat ik laat ingrijpen. Is dit echter niet het geval en komen ze bijvoorbeeld pal op elkaar, of verkeerdom scharend langs elkaar (onderhoektand achter de bovenhoektand, ipv ervoor) terecht, of helemaal scheef (mesioversie) dan is het wel zaak in te laten grijpen. 

Mesioversie, of te wel scheve hoektanden, is een erfelijke gebitsafwijking binnen de Sheltie-populatie. Er mag niet gefokt worden met Shelties met scheve hoektanden. 

12 Incisci = snijtanden,  4 Canini = hoektanden, 16 Praemolares = valse kiezen en 10 Molares = ware kiezen: totaal 42 gebitselementen.

Dat is de volgende gebitsformule, uitgaande van vier kaakhelften:

M P C I       I C P M

2 4 1 3        3 1 4 2

3 4 1 3        3 1 4 3

Hieronder eerst een tekening van de bovenkaak:

i1, i2 en i3 zijn de snijtanden, C is de hoektand, P1, P2, P3 en P4 zijn de Praemolares, M1 en M2 zijn de Molares

1= Tussenkaak

2 = Bovenkaak

3 = Gehemeltebeen

4 = Wiggebeen

 

Nu de onderkaak:

dezelfde tanden en kiezen als boven, maar in de onderkaak zit ook de M3

De P4 in de bovenkaak en de M1 in de onderkaak worden ook wel de  scheurkiezen genoemd.

De P1 is een zeer klein kiesje die vlak achter de hoektand zit en ook wel "wolfskies" heet.  Hij wordt wel-es-waar een "valse kies" genoemd, maar eigenlijk is het een "ware", want hij wisselt niet. We spreken dan ook wel van een persisterende melkkies. De formule van het melkgebit telt dit kiesje dan ook niet mee, omdat hij pas later doorkomt.

Een melkgebit heeft de volgende formule: 3,1,3, oftewel, 3 snijtandjes, 1 hoektand en 3 kiesjes in elke kaakhelft.

De Sheltie moet een scharend gebit hebben. Dat wil zeggen dat de boven tanden vlak voor de ondertanden staan als de bek zich sluit (zie foto hier rechts). Zit er meer dan 2 mm ruimte tussen de boventanden en ondertanden bij een gesloten bek dan spreken we van een boven-voorbijter of overbeet.

Sluiten de ondertanden vóór de boventanden dan spreken we van een onder-voorbijter (of centenbakkie). Een gebit dat half overbijt en half ondervoorbijt is een kruisgebit.

Komen de tanden op elkaar dan spreken we van een tang-gebit

 

Een gezond en goed functionerend  gebit is voor een hond natuurlijk van levensbelang. Tegenwoordig kunnen ook gebitten van honden door deskundigen zeer vakkundig worden gecorrigeerd, mochten ze helaas toch een gebit krijgen welke niet echt goed is. 

"Beugel-bekkies" kom je echt niet alleen tegen in de mensenwereld....!!!!


 

 

links: een correct, compleet  en schoon gebit....;-)

 

 


En zó hoort het dus niet, de hond heeft hier enorme last van maar de eigenaar ook als hondlief eens gezellig op schoot komt zitten.
Als uw hond last heeft van tandplak is het raadzaam elke dag even voorzichtig te poetsen, de tandpasta kunt u bij elke goede
dierenspeciaalzaak kopen.


 

TERUG