Knik- en Haak Staarten
Uitsluiting van de fokkerij
Een knik in de staart bij een pup wordt gezien als een erfelijke fout. Als de
knik wordt vastgesteld bij een pup, wordt de betreffende hond uitgesloten voor
de fokkerij.
Dat is niet alleen vanwege het simpele schoonheidsfoutje ‘knik in de staart’ bij een overigens kerngezonde hond, maar ook omdat er onzekerheid bestaat over het feit dat die knik in de staart een deel van een ander, vaak latent (skelet)probleem zou zijn. Latent betekent, dat we bij het fokken met een dergelijke hond dan niet in de gaten zouden hebben, dat er stiekem toch een overdracht van een (skelet)afwijking zou kunnen plaats vinden op het nageslacht. Voor de ‘zekerheid’ sluiten we dan toch maar alle knikstaarten uit voor de fokkerij.
De vraag dringt zich op of dat wel terecht is. Is deze ‘zekerheid’ geen schijnzekerheid? En moeten we ons hierbij ook niet afvragen of we niet te veel waardevol genetisch materiaal verkwanselen voor deze schijnzekerheid?
Argumenten tegen uitsluiting
In de eerste plaats is het maar de vraag of iedere knikstaart erfelijk is. Als
er bij een pasgeboren pup een misvormde staartwervel (knik
in de wervel) zit, die de knik in de
staart veroorzaakt, dan lijkt het heel waarschijnlijk dat het een aangeboren
afwijking is, die misschien ook wel erfelijk is. Als er sprake is van een knik
tussen twee verder geheel
normale wervels bij een jonge pup is dat waarschijnlijk ook wel aangeboren, maar
de kans is zeer groot, dat het niet door erfelijkheid maar door trauma is
ontstaan. Het zou natuurlijk volledig onjuist zijn deze honden om reden van een
door trauma ontstane knik in de staart uit te sluiten voor de fokkerij.
Röntgenfoto’s
Afbeelding 1:
Op deze beide röntgenfoto’s, die in 2
loodrecht op elkaar staande richtingen zijn genomen is te zien dat er een knik
zit in
de 3de wervel gerekend vanaf de staart punt.
Afbeelding2:
Op deze röntgenfoto te zien dat er een knik
zit tussen
de 6de en 7de wervel gerekend vanaf de
staart punt.
De bewering, dat alle knikstaarten gecorreleerd zijn aan andere (skelet)afwijkingen lijkt op grond van wat er over in de literatuur bekend is en op grond van praktijkervaringen een overdreven speculatie.
En wat te denken van de staartwervelafwijkingen, die geen knik veroorzaken en dus vrijwel nooit ontdekt worden? Die vallen dan toch buiten de selectie?
Als we alle knikstaarten uitsluiten voor de fokkerij, doen we dus niet alleen de verkeerde selectie, maar ook nog eens een zeer onvolledige!
Uitsluiting heroverwegen
Ik pleit ervoor om
de ‘wetenschappelijke’ maatstaf om alle knikstaarten voor de fokkerij uit te sluiten zo snel
mogelijk af te schaffen. We moeten veel selectiever te werk gaan.
Een knikstaart veroorzaakt door een knik tussen 2 overigens kerngezonde wervels moeten we in elk geval niet langer beschouwen als een erfelijk probleem en de betreffende honden toelaten voor de fokkerij.
We kennen voorbeelden van honden met een knikstaart die wel voor de fokkerij ingezet zijn; lang niet bij al die honden is helaas röntgenologisch vastgesteld of het om een knik in de wervel of tussen twee wervels gaat. In veel van die gevallen zijn noch bij de voorouders, noch bij de ouders, broers of zusters, noch bij het nageslacht knikstaarten gevonden. Als er familiair geen problemen te bespeuren zijn, moeten we de hond met een knikstaart niet uitsluiten voor de fokkerij, zeker niet in een kleine raspopulatie.
Als binnen een ras ook nog eens het percentage knikstaarten niet significant uitstijgt boven het percentage knikstaarten in het algemeen (rassen en kruisingen), is het uitsluiten van knikstaarten een onzinnige actie, die een ras meer genetische schade zal kunnen opleveren, dan genetisch voordeel. En dat laatste is toch het doel van selectie!
En tot slot …….
Ik heb sterk het
gevoel, dat er nog wel meer erfelijke afwijkingen zijn bij de hond, zeker in
relatie tot de reële situatie binnen een bepaalde raspopulatie, waarbij we de
genetische winst- en verliesrekening van de huidige selectiecriteria in de
fokkerij maar eens (opnieuw) onder de loep moeten nemen.
Met toestemming;
Bron: WHG dierenartsen